De Slag op de Hardenbergerheide (1)


juni 1580

In het Oosten van de Nederlanden waar op kleine akkertjes tussen het veen de keuterboeren een karig bestaan leidden, lagen twee jongens te rusten op het veld. Ze hadden zojuist op deze warme zomerdag de akker bewerkt. Een zwaar werk in de verzengende juni-hitte. De zon was zojuist onder gegaan en in de verte klonk de kerkklok van Hardenberg ook wel de papklok genoemd. Het teken dat je je binnen de poort moest begeven omdat je anders niet veilig was. De jongens maakten zich niet druk. Zij woonden in het afgelegen Vennebrugge, letterlijk een brug tussen het veen. Daar was niets te halen en het lag niet op de handelsroute waardoor er maar weinig mensen langskwamen en het er dus relatief veilig was.

Beide boeren hadden gehoord dat het leger van de graaf Von Hohenlohe, dat in de buurt rondzwierf zich eindelijk noordwaards had begeven in de richting van Coevorden en dat was voor hen goed nieuws. Von Hohenlohe was naar Groningen geroepen om daar te helpen bij het beleg van Groningen en zou het daar voorlopig wel druk mee hebben. Van Rennenberg, de stadhouder van Groningen die zich eerst aan Staatse zijde had geschaard was overgelopen naar de Spanjaarden. Toen de Prins van Oranje dit hoorde, had hij Groningen belegerd en Von Hohenlohe was opgeroepen om daarbij te helpen.

De mannen hadden zich vandaag eindelijk weer eens bezig kunnen houden met het boerenwerk in plaats van strijd te moeten leveren om hun bezittingen te beschermen tegen plunderende soldaten. Eerlijk gezegd waren zij de oorlog tussen de Spanjaarden en de prinsgezinden wel wat moe. Zij wilden gewoon rust.
Zij hadden er nog geen weet van hoe de rust in hun Vennebrugge de komende paar dagen binnenkort weer zou worden verstoord. Al langere tijd hadden de boeren te maken met de Staatse soldaten die probeerden het land te ontdoen van de Spaanse overheersing. De boeren hadden echter meer last dan plezier van de soldaten. De soldaten werden slecht betaald en moesten dus vaak in hun eigen onderhoud voorzien wat betekende dat ze de nodige plunderingen uitvoerden en zich overgaven aan drankgelagen. De boeren waren dit gedrag onderhand spuugzat en hadden zich verenigd in ‘de Desparaten’.

In Coevorden aangekomen hoorde Von Hohenlohe dat een Spaans leger onder leiding van Maarten Schenk op weg was naar Zwolle alwaar een ‘Staats’ oproer was uitgebroken. Von Hohenlohe besloot om te keren en de vijand in de buurt van Hardenberg op te zoeken. Zijn mannen hadden niet veel rust gehad maar zo’n buitenkans om de Spanjaarden te verslaan, kon hij zich niet laten ontgaan.

Onze beide vrienden lagen nog nietsvermoedend in het veld en besloten naar huis te gaan want het werd al donker. Zij hadden ondertussen ook honger gekregen na het zware werk op het land. Al spoedig na de avondmaaltijd lagen zij te rusten maar de warmte en de muggen hielden hen uit de slaap. Toen zij uiteindelijk in slaap vielen, werden zij al vroeg weer gewekt. De dag begint in alle rust maar tegen het middaguur horen zij trompetgeschal en geschreeuw.

Op de Hardenberbergheide, op nog geen 500 meter van hun boerderijen, hadden de troepen van de Spanjaarden en de Staatsen elkaar ontmoet. Vanaf een heuvel konden beide mannen zien hoe beide partijen zich gereed maakten voor de strijd.

Het was heet die dag en de soldaten van de Staatsen zagen er dan ook moe en bezweet uit. De officieren van Von Hohenlohe adviseerden hem dan ook om de strijd uit de weg te gaan. Hun soldaten waren niet in goede conditie. Maarten Schenk kent de reputatie van Von Hohenlohe en zijn cavalarie en artillerie en besluit tot een list. Hij houdt een grote reserve gereed achter een heuvel en zet de strijd in met een beperkt aantal manschappen en zorgde ervoor de zon in de rug te hebben. De Staatsen hebben in eerste instantie het overwicht in de strijd, temeer daar zij de beschikking hebben over een vijftal kanonnen. De Spanjaarden moeten wijken en Von Hohenlohe kijkt tevreden toe. Nu zet Schenk zijn reserves in en opeens keren de kansen. Al snel moeten de ruiters en het voetvolk hun verzet opgeven en vluchten zij in de richting van Radewijk. De artillerie hield nog wel stand maar ook dit duurde niet lang. zij lieten hun kanonnen achter en gingen er vandoor in de richting van Coevorden.

Na de strijd zette Schenk koers naar de stad Groningen en ontzet daar de belegering van de stad. Deze blijft dan ook nog jaren in Spaanse handen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *